Irene Willems na vier maanden Kwartiermakerschap Jeugd

Gepubliceerd op 8 september 2023 om 11:12

‘Er brandt een vuurtje’

 

“Er zijn genoeg mogelijkheden om zingen bij de jeugd te stimuleren. Maar je kunt niet alles tegelijk. Daarom kunnen we ons als sector het beste richten op een paar speerpunten, om in een volgende fase weer nieuwe zaken op te pakken. Goed nieuws is dat Koornetwerk Nederland vervolg geeft aan het kwartiermakerschap. Claudia Franzen gaat als projectleider Kinder- en Jeugdzang verder met de uitkomsten. Ik ondersteun haar nog een maand of twee en dan draag ik het dossier van het Kwartiermakerschap Jeugd met veel vertrouwen aan haar over.”

 

Dat zegt Irene Willems. Als Kwartiermaker Jeugd heeft ze voor Koornetwerk Nederland ruim 4 maanden onderzocht hoe we ‘de jeugd weer aan het zingen krijgen’. “Dat is een belangrijk speerpunt in het Herstel- en Toekomstplan van Koornetwerk Nederland. Het was mijn taak om leden van Koornetwerk Nederland, dirigenten en bestuurders van kinderkoren, muziekdocenten en andere betrokkenen zoveel mogelijk te betrekken bij de invulling van het kwartiermakerschap: waar zitten volgens jullie de knelpunten? Waar hebben jullie behoefte aan? Waar liggen jullie prioriteiten?”

 

Doelenpiramide

Al aan het begin van het kwartiermakerschap is aan de hand van alle input uit het veld een ‘Doelenpiramide’ opgesteld, waarin alle info is opgenomen en gestructureerd. En die daarna nog als ‘praatplaat’ is verfijnd en aangescherpt door ‘het veld’. Irene: “Uit de gesprekken aan de hand van de piramide bleek vooral dat we kinderen en jongeren zowel binnen als buiten de school (naschools) meer aan het zingen willen krijgen. En dat de zichtbaarheid van samen zingen terug moet keren. De combinatie van te weinig aandacht voor muziekonderwijs op de basisschool én de enorme concurrentie van andere activiteiten (sport, dans, theater) heeft zingen naar de achtergrond verdrongen.”

 

Opstijgen

Maar eerst terug naar een vraag die misschien klinkt als vloeken in de kerk… Waaróm moeten kinderen eigenlijk gaan zingen? “Haha, niks hóeft, hè? Maar kijk, naast alle bekende argumenten – zingen is gezond, het verbindt – springt eentje er voor mij heel erg uit. Samen zingen laat je iets voelen wat je op een andere manier niet gaat lukken, het tilt jou en de groep waarin je zingt, óp. De manier waarop samen zingen je in de ziel kan raken, is uniek. In het gezin waarin ik opgroeide, was muziek heel vanzelfsprekend. Dat heeft me gevormd voor de rest van mijn leven. Met alle respect, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat je bij pottenbakken of hardlopen – ook heel leuk om te doen - hetzelfde kan voelen.”

 

Sing Up!

Koornetwerk Nederland gaat eerst inzetten op ondersteuning van de Sing Up!-campagne. Die is geïnitieerd door de Elja Foundation en wordt door Meer Muziek in de Klas uitgewerkt tot een pad dat in juni 2024 moet leiden tot een groot ‘stadionevenement’ waarin heel veel kinderen samen gaan zingen.”

Maar voor de toekomst zijn ook tal van andere perspectieven en activiteiten denkbaar, die ook bijdragen aan het gezamenlijke doel. “Je kunt bijvoorbeeld via de pabo’s werken aan de kwaliteit van het zang- en muziekonderwijs, je kunt inzetten op nieuwe composities waarmee je meer kinderen aanspreekt, je kunt nieuwe leerlijnen ontwikkelen of het opleiden van kinderkoordirigenten stimuleren. Elke activiteit dit je beetpakt, draagt bij aan hetgeen we willen bereiken.”

 

Zaadje planten

Met de inzet op Sing Up! tik je al diverse elementen uit de doelenpiramide aan, stelt Irene. “Zoals die zichtbaarheid, zoals de inzet op binnen- en buitenschools zingen. Sing Up! biedt mooie kansen en mogelijkheden. Je kunt laagdrempelige ‘naschooltijd-koren’ oprichten in scholen en wijken, geïnspireerd door het Sing Up!-event, die het zaadje kunnen planten voor plezier in samen zingen. De Limburgse Koorschool – waar Claudia Franzen ook aan verbonden is – gaat daar bijvoorbeeld aan werken, onder meer met de Nationale Opera & Ballet. Het liefst zou je willen dat kinderen van daaruit direct doorstromen en voor ‘een leven lang zingen’ gaan. Maar als kinderen eerst andere dingen willen ontdekken, dan gaat het zaadje hopelijk later in hun leven alsnog zijn werk doen.”

 

Korenkaart

Op het gebied van zichtbaarheid zijn trouwens nog andere stappen te zetten. “Het verbaasde me (en met mij velen uit de korenwereld) dat we de kinder- en jeugdkoren in Nederland zo slecht in beeld hebben. Er zijn wel diverse (digitale) korenkaarten – zoals die van KBZON – maar veel kinderkoren schitteren daarop door afwezigheid, bijvoorbeeld omdat zij geen lid zijn van een bond. Idealiter zou je één landelijke korenkaart hebben waarin je makkelijk filtert op leeftijd, locatie en genre, zodat je makkelijk een passend koor voor jou of je kind kunt vinden. Koor&Stem heeft dat in Vlaanderen bijvoorbeeld heel goed geregeld.”

 

In beweging

Waar is Irene het meest blij mee, terugkijkend op 4 maanden kwartiermakerschap? “Dat we dingen in beweging hebben gekregen en dat er veel positiviteit, energie en betrokkenheid in de kinderkoorwereld aanwezig is. Er brandt een vuurtje. Gaandeweg proefde ik steeds meer enthousiasme in het veld, allerlei mensen stuurden me spontaan mailtjes met ideeën, met vragen, met tips en suggesties. Ik hoop dat er een mooie basis is gelegd waarop Claudia Franzen verder kan bouwen richting een florerende, samenzingende jeugd.”

Irene Willems verzorgt tijdens de Koornet Werkdag van Koornetwerk Nederland (op 23 september in Amersfoort) een van de workshopsessies. Daarin neemt ze de resultaten en conclusies door van haar onderzoek. Zie: https://koornetwerk.nl/koornetwerkdag2023/.

 

Artikel: Jan van Deursen